Jeugdherinneringen
Wij brachten de oorlogstijd door bij het meer van Genval.
Mijn vader had een huis aan de rand van het meer. Samen met mijn broer bracht ik er de dagen door met vissen. We stapten in een oude schuit zonder te kunnen zwemmen. Als de school niet dicht was vanwege de oorlog leerden we Frans. Mijn vader legde ons de moeilijke woorden uit. Bijvoorbeeld het woord rododendron. ‘Ik zal het jullie laten zien,’ zei mijn vader. We vertrokken met de auto naar Terhulpen. Voor een schitterende haag van roze en witte bloemen zei hij : ‘Dit is de tuin van de duizenden rododendrons. Ze beschermen het kasteel van Terhulpen.’ We mochten er niet in want het was niet open voor het publiek. Het leek zo ver en ontoegankelijk daar op die heuvel. Het was omringd door een eindeloos park. We droomden ervan. De tuin van de duizenden rododendrons en zijn verre kasteel werden het achtste wereldwonder van onze kindertijd.
En het leven ging verder. Ik tekende. Mijn reis ging verder naar Frankrijk. De musea van de wereld toonden mijn beelden aan vele mensen. Ik ontdekte de hele wereld.
Op een dag in 1970 werd ik uitgenodigd om Paul Delvaux te ontmoeten. De ontmoeting vond plaats in het kasteel van Terhulpen. Na al die jaren kon ik een droom uit mijn kindertijd betreden, eindelijjk die plek ontdekken die ik nooit vergeten was. Ik ontdekte er op een muur zelfs een onbekend schilderij van Magritte. Hij had een gewone ochtend op het platteland op aarde geschilderd. In de hemel hing de aarde als een normale aanwezigheid. Het gewone van alles was het buitengewone geworden.
Het onbekende meesterwerk van Magritte en de aanwezigheid van Paul Delvaux op het terras maakten de plek magisch. We hielden er die avond zo van, dat we een uitnodiging kregen om te blijven slapen.
De volgende ochtend dwaalde ik rond in het park, het werd een van de mooiste ochtenden van mijn leven. Het classicisme, het gevoel voor de juiste maat, de harmonie van het domein raakten me diep. De open plekken en wegen echoden op een mysterieuze manier in mij. We vertrokken langs de weg die naar de uitgang van het park leidt. Ik draaide me om naar mijn kindertijd.
Deze plaats maakt sindsdien deel uit van mijn leven.
Jean-Michel Folon